Een stap en dan de volgende (Ce pas et le suivant, 1985) speelt in de Limousin, begin twintigste eeuw. Een dagloner wordt verliefd op de dochter van een rijke dorpsgenoot en besluit zijn positie zo te verbeteren dat hij een acceptabele partij wordt. Systematisch voert hij zijn plannen uit – ‘een stap en dan de volgende’ – ook wanneer zijn onbereikbare geliefde met een ander trouwt.
Hij is houthakker en verliest door een ongeval een oog, wat hem in 1914 de mobilisering in het leger bespaart. Door de oorlog neemt de vraag naar hout toe, landerijen liggen braak bij gebrek aan arbeidskrachten en de eigenaars zijn gedwongen grond te verkopen aan de in de houthandel rijk geworden ‘eenoog’. Uiteindelijk koopt deze ook het huis van zijn vroegere, inmiddels gestorven geliefde.
Een stap en dan de andere is een meeslepend verhaal over een droombeeld dat de kracht verschaft om de ijzeren wetten van een traditionele plattelandssamenleving te trotseren. De roman vormt een tweeluik met Het roze huis (La maison rose, 1987).