De stellingen van Perec. Wiskunde in de moderne Franse literatuur
(Abstract lezing, Nationale Wiskundedagen Universiteit Utrecht, Freudenthal Instituut, februari 2017)
Romanschrijvers die zich inlaten met onwrikbare wiskundige structuren? Wiskundigen die zich wagen in het onzekere domein van literaire verzinsels? Ze bestaan. Een inspirerend voorbeeld van kruisbestuiving tussen wiskunde en literatuur is de Oulipo, een in 1960 opgerichte, op mathematische leest geschoeide Franse werkgroep voor experimentele literatuur. De leden van de Oulipo (Ouvroir de Littérature Potentielle/ Werkplaats voor Mogelijke Literatuur), stellen zich ten doel contraintes (strakke vormregels) te ontwerpen met behulp waarvan schrijvers het toeval uit hun werk kunnen bannen. Beperking bevrijdt, is hun stelregel. Beroepsmathematici zoals Claude Berge en Jacques Roubaud hebben daarvoor materiaal uit verschillende gebieden van de wiskunde aangedragen.
Een van de sterauteurs van de Oulipo, Georges Perec, ontleende de structuur voor zijn meesterwerk, Het leven een gebruiksaanwijzing (La Vie mode d’emploi,1978) onder meer aan een 10X10 Grieks-Latijns vierkant. Inplaats van, zoals zijn mentor en mede-oprichter van de Oulipo Raymond Queneau het uitdrukte, ‘een willekeurig aantal personages als een troep ganzen nonchalant voor zich uit te drijven over een willekeurig aantal bladzijden of hoofdstukken’, vatte Perec honderden personages met hun levensverhalen in het raamwerk van een streng wiskundige patroon. En niet alleen zette hij het Parijse appartementengebouw dat een hoofdrol in zijn roman speelt, in de steigers van een Grieks-Latijns vierkant, maar hij liet de volgorde waarin zijn personages ten tonele komen bepalen door de oplossing van een bekend schaakprobleem. Toch hield Perec zich niet altijd aan zijn eigen contraintes. Schijnbaar speelse ontregelingen gunnen de lezer een blik op de donkere bron van zijn schrijverschap.